Als Arbeids- en Organisatiepsycholoog ben ik aangesloten bij het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en krijg ik elke maand het blad ‘De Psycholoog’ thuisgestuurd. In deze eerste maand van het nieuwe jaar staat een recensie van een boek van Christiaan Vinkers: In de ban van burn-out. In dit boek wordt het fenomeen van burn-out naar het land der fabelen verwezen. Het is niet de eerste keer dat ik dit tegenkom in vakliteratuur en in de media. Bestaat burn-out? Of is het een fenomeen waar we ons in Nederland al dertig jaar mee bezighouden, zonder dat het echt ‘bestaat’. Immers, burn-out is niet opgenomen in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) die in psychologische hulpverlening gebruikt wordt om mentale stoornissen te labellen.

Nou ben ik zelf niet erg van de hokjes en de labels. Ik werk al lang in de psychologische hulpverlening, overigens met opzet nooit in de GGZ, en heb gemerkt dat ik veel liever gewoon naar de mens kijk en labels niet erg productief vind. Voordat je het weet praten we over het label in plaats van de mens zelf.

Maar een label of niet, in de praktijk zie ik veel mensen die al té lang leven met een (enorme) disbalans tussen draagkracht en draaglast. Door externe omstandigheden of een verminderde veerkracht (het vermogen om de wereld het hoofd te bieden) treden er stressklachten op. Het kenmerk van wat ooit gelabeld is als burn-out is de duur van deze stressklachten. Vinkers noemt burn-out dan ook het eindstadium van stress. Dat ben ik ergens wel met hem eens. Ik denk niet dat we per se een label nodig hebben. De coachees die ik zie en spreek hebben last van stress en zelfs soms zo erg dat ze niet meer tot activatie komen en hun bed niet meer uit kunnen komen door een extreme (emotionele) vermoeidheid. Geïnvalideerd door stress. Label of niet: voor deze mensen is dat toch een probleem. En niet alleen voor deze mensen, ook voor onze maatschappij en wereld. Het laat mensen niet meedraaien in de maatschappij, daar waar ze dat vaak toch echt willen.

Als burn-out het eindstadium van stress is, zouden we ons dan niet veel meer moeten richten op de preventie van het langdurig ervaren van stress? Dan hoeven we het niet meer over een label te hebben. Het lijkt wel alsof we (de maatschappij als geheel en de mens als individu) steeds meer verwijderd raken van wat balans is. De media laat ons geloven dat we het allemaal moeten kunnen en willen. Dat we altijd maar blij en gelukkig moeten zijn. We moeten continu ‘aan’ staan en het beste nastreven. De media is NIET de realiteit. Vraag je eens af wat goed voor JOU is en wat niet? Wat voelt goed en wat niet? Wat is goed voor werknemers en wat niet? Dat is moeilijk te objectiveren, maar gaat om een besef en bewustzijn wat goed voor JOU is/voelt. Leer je eigen kompas kennen en meet je eens wat minder aan anderen. Ga als leidinggevende eens het echte gesprek aan wat er speelt bij medewerkers in je team en of de balans tussen draagkracht en draaglast nog ok is.

Stresso ergo Sum: ik stress, dus ik besta??

Doe mij maar Sentio ergo Sum: ik voel, dus ik besta!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *